Eerlijke belasting voor multinationals Race naar de bodem: de dividendbelasting uitgelegd
Topics
Regions
Het kabinet-Rutte III staat op het punt de dividendbelasting af te schaffen. Deze maatregel is omstreden, omdat niet duidelijk gemaakt kan worden welke maatschappelijke opbrengsten tegenover de gederfde inkomsten staan van jaarlijks 1,4 miljard euro. In dit boekje kijken wij naar de argumenten die voorstanders gebruiken en duiken we in de tegenargumenten.
Downloads
Authors
We hebben zeven hoofdargumenten gedestilleerd uit de lobbydocumenten en interviews met voorstanders van afschaffing. Verder hebben we de analyses van onafhankelijke fiscalisten en economen daarover bestudeerd. Daaruit blijkt dat er inhoudelijk weinig grond is om de dividendbelasting af te schaffen. De maatregel lijkt vooral een voortvloeisel te zijn van de invloed van multinationale ondernemingen – in het bijzonder Unilever en Shell - en hun belangenbehartigers.
Nog steeds heeft het argument over ‘vestigingsklimaat’ en ‘hoofd-kantoren’ een magische uitwerking op het publieke debat – ook al is er geen enkel bewijs dat de nu al vier decennia voortdurende verlaging van de lasten voor kapitaal effect heeft op bijvoorbeeld de creatie van nieuwe banen, herverdeling en bestaanszekerheid.
Het afschaffen van de dividendbelasting past in een reeks van politieke beslissingen die in de laatste veertig jaar hebben geleid tot een overheveling van enorme sommen geld van werknemers (arbeid) naar aandeelhouders (kapitaal). Hierin staat Nederland niet alleen. Vrijwel alle ontwikkelde economieën maakten in deze periode vergelijkbare veranderingen door. De vennootschapsbelasting daalde, het aandeel van de lonen in de economie daalde, de investeringen bleven gelijk; dit geheel leidde geleidelijk tot een toename van opgepotte financiële reserves.
Het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen komt bovendien na een lange periode van bezuinigingen die volgden op de grote financiële crisis van 2008. In de tien jaar nadien kregen publieke en semipublieke instellingen te maken met strakkere begrotingskaders. Inmiddels zijn de gevolgen zichtbaar in het lager onderwijs, hoger onderwijs, zorg, defensie, ontwikkelingssamenwerking, politie en justitie. Tegen deze achtergrond van een uitgeklede publieke sector is het onbegrijpelijk dat aandeelhouders als een van de weinigen wel een tegemoetkoming krijgen.
Het is nodig om het tij te keren. Veel sociaal-economische problemen van deze tijd zijn het gevolg van veertig jaar trickle down economics en het idee dat een verlaging van de belasting voor het bedrijfsleven leidt tot meer economische voorspoed voor allen. Dat idee werkt niet. De globalisering en de grote mobiliteit van kapitaal leidt alleen maar tot een weg naar beneden: steeds lagere lasten op kapitaal en een steeds lager aandeel van de lonen in de economie. Het bij de aandeelhouders opgepotte geld wordt niet extra in de economie terug gestopt. Met het voorstel van Rutte III om de dividendbelasting te verlagen wordt deze neergaande trend verstrekt. Deze maatregel is daarom onnodig en onrechtvaardig.