Grensoorlogen Hoe wapenhandelaren profiteren van de Europese vluchtelingentragedie

Topics

Publication date:

Terwijl tienduizenden vluchtelingen om zijn gekomen op de vlucht van geweld en ontberingen naar Europa, is er een groep die grof geld verdient. Dit rapport onthult de militaire en beveiligingsbedrijven die profiteren van de tragedie. Die contracten hebben gewonnen om materieel  te leveren voor grenswachten, surveillancetechnologie om grenzen te monitoren en de IT-infrastructuur om migratiestromen te volgen.

Downloads

About grensoorlogen

Publication type
Report
Part of series
Border Wars Briefing

Authors

Samenvatting

De vluchtelingentragedie waarmee Europa geconfronteerd wordt leidt tot opschudding in de wandelgangen van de macht en tot verhitte debatten op straat. Het legt fundamentele breuklijnen bloot in het Europese project, waarbij regeringen er niet in slagen het eens te worden over zelfs maar een beperkte verdeling van vluchtelingen en in plaats daarvan elkaar verwijten maken. Uiterst rechtse partijen stijgen in populariteit bij door bezuinigingen geraakte gemeenschappen, door de schuld voor de economische recessie in de schoenen van een gemakkelijke zondebok te schuiven. Waarbij de echte schuldigen buiten schot blijven: de grotendeels onaanraakbaar gebleven bankelite. Degenen die het meest te verduren hebben zijn de vluchtelingen, die geweld en ontbering ontvluchten en vervolgens klem komen te zitten aan grenzen of tussen landen, en die gedwongen worden steeds gevaarlijkere routes naar de veiligheid te nemen.

Er is echter een groep die enkel geprofiteerd heeft van de vluchtelingentragedie, en in het bijzonder van de investeringen van de Europese Unie in het ‘beveiligen’ van haar grenzen. Dat zijn de militaire en security- bedrijven die materieel leveren voor grenswachten, surveillancetechnologie om grenzen te monitoren en de IT-infrastructuur om migratiestromen te volgen.

Dit rapport zet de schijnwerpers op deze grensbewakingsprofiteurs, door uit te zoeken wie zij zijn en welke diensten ze leveren, hoe ze Europees beleid zowel beïnvloeden als ervan profiteren, en hoe ze worden gefinancierd uit publieke middelen. Het rapport toont aan dat deze bedrijven verre van passieve ontvangers van EU-vrijgevigheid zijn. Door hun niet-aflatende lobbyactiviteiten voor het inzetten van steeds draconischer beveiligingstechnologie aan de Europese grenzenzetten ze actief aan tot een groeiende securitisering van het Europese vluchtelingenbeleid.

Het meest perverse hiervan is dat het aantoont dat sommige van de profiteurs van grensbewakingscontracten ook tot de grootste wapenleveranciers voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika behoren, waar ze brandstof leveren voor de conflicten die veel van de vluchtelingen veroorzaken. Oftewel, de bedrijven die de crisis aanjagen profiteren er ook daarna van.

Bovendien worden ze gesteund door Europese staten, die hen wapenexportvergunningen verstrekken en daarna grensbewakingscontracten met hen afsluiten om de gevolgen van die wapeninzet buiten te houden. Ook kan de wapenindustrie profiteren van de steeds meer militaire reactie van de EU op het vluchtelingendrama.

Onder het motto ‘illegale immigratie bestrijden’ is de Europese Commissie van plan het grensbewakingsagentschap Frontex om te zetten in een machtiger Europees Grens- en Kustbewakingsagentschap. Deze moet controle krijgen over de grensbewakingsinspanningen van lidstaten en een actievere eigen rol als grenswacht gaan spelen, waaronder het aanschaffen van eigen materieel. Dit agentschap wordt ondersteund door EUROSUR, een EU-systeem dat de grensbewakingsmonitorings- en surveillanceystemen van lidstaten en derde landen aan elkaar koppelt.

De militarisering van grensbewaking is ook zichtbaar in de ‘European Union Naval Force – Mediterranean Operation Sophia’ (EUNAVFOR MED), evenals de inzet van militairen aan vele grenzen, waaronder die van Hongarije, Kroatië, Macedonië en Slovenië. Maritieme NAVO-missies op de Middellandse Zee assisteren actief de EU-grensbewaking.

Intussen wordt er bij landen buiten de EU op aangedrongen een rol als vooruitgeschoven grensbewakingspost op zich te nemen om te proberen te voorkomen dat vluchtelingen de EU-grenzen bereiken. De recentie migratiedeals met Turkije, die hevig bekritiseerd worden door mensenrechtenorganisaties, ontzeggen vluchtelingen toegang tot Europa en hebben geleid tot meer geweld tegen hen.

Dit rapport laat zien dat:

  • De grensbewakingsmarkt booming is. Ingeschat op zo’n 15 miljard euro in 2015, wordt voorspeld dat dit zal stijgen naar meer dan 29 miljard euro per jaar in 2022. 
  • Wapenhandel, in het bijzonder verkopen aan het Midden-Oosten en Noord-Afrika, waar de meeste vluchtelingen vandaan komen, is ook booming. Globale wapenexporten naar het Midden- Oosten zijn met 61 procent gestegen in de periode 2011-2015 ten opzichte van 2006-2010. Tussen 2005 en 204 hebben EU-lidstaten voor meer dan 82 miljard euro aan wapenexportvergunningen voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika afgegeven.
  • De beleidsmatige reactie van de EU op vluchtelingen concentreert zich op het raken van smokkelaars en het versterken van de externe grenzen (waaronder in landen buiten de EU) en heeft geleid tot grote budgetstijgingen die de industrie ten goede komen. Veel EU-landen, vooral die in Zuidoost-Europa, hebben hun grenzen nu versterkt met beveiligingshekken.
    • De totale EU-financiering voor grensbewakingsmaatregelen van lidstaten via de belangrijkste financieringsprogramma’s bedraagt 4,5 miljard euro tussen 2004 en 2020
    • Het budget voor Frontex, het belangrijkste grensbewakingsagentschap, is met 3688% toegenomen tussen 2005 en 2016 (van 6,3 miljoen naar 238,7 miljoen euro).
    • Van nieuwe EU-lidstaten wordt geëist dat zij hun grenzen versterken, als voorwaarde voor lidmaatschap, waardoor nieuwe markten om van te profiteren worden gecreëerd. Materieel dat met financiering door het External Borders Fund werd aangeschaft omvat 545 grenssurveillancesystemen, 22347 stuks operationeel materieel voor grenssurveillance em 212881 stuks operationeel materieel voor grenscontrole.
    • Sommige wapenexportvergunningen voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn ook bedoeld voor grenscontrole. In 2015 verstrekte de Nederlandse regering bijvoorbeeld een exportvergunning van 34 miljoen euro aan Thales Nederland voor het leveren van radar en communicatiesystemen voor de Egyptische marine, waarbij werd aangevoerd dat Egypte zijn marine inzet voor grensbewaking.
  • De Europese grensbewakingsindustrie wordt gedomineerd door grote wapenbedrijven, die allemaal security-afdelingen hebben opgezet of uitgebreid, en een aantal kleinere IT- en gespecialiseerde securitybedrijven. De Italiaanse wapengigant Finmeccanica (sinds kort omgedoopt tot Leonardo) identificeerde ‘grenscontrole- en bewakingssystemen’ als een van de primaire aanjagers van een stijging in opdrachten en omzet.
  • Tot de grote spelers in Europa’s grensbewakingscomplex behoren wapenbedrijven Airbus, Finmeccanica, Thales en Safran, evenals technologiegigant Indra. In het bijzonder Finmeccanica en Airbus zijn belangrijke winnaars van EU-contracten gericht op het versterken van grenzen. Airbus is ook de belangrijkste profiteur van door de EU gefinancierde security- onderzoekscontracten.
  • Finmeccanica, Thales en Airbus, prominente spelers in de EU security-markt, zijn ook drie van de vier grote Europese wapenhandelaren, allemaal actief in het verkopen aan landen in het Midden en Noord-Afrika. Hun totale omzet in 2015 bedraagt 95 miljard euro.
  • Israëlische bedrijven zijn de enige niet-Europese ontvangers van onderzoeksfinanciering (met dank aan een overeenkomst tussen Israël en de EU uit 1996) en hebben ook een rol gespeeld in het versterken van de grenzen van Bulgarije en Hongarije. Ze promoten hun expertise gebaseerd op de scheidingsmuur op de West Bank en de grens tussen Gaza en Egypte. Het Israëlische bedrijf BTec Electronic Security Systems, dat door Frontex werd geselecteerd om deel te nemen aan een workshop over ‘Border Surveillance Sensors and Platforms’ in april 2014, pochte in haar aanmeldingsmail dat haar ‘technologieën, oplossingen en producten zijn geïnstalleerd op de Israëlisch-Palestijnse grens.”
  • De wapen- en security-industrie heeft invloed op het EU-grensbewakingsbeleid door lobbyen, door reguliere interactie met EU grensinstituties en door het vormgeven van onderzoeksbeleid. De European Organisation for Security (EOS), waartoe Thales, Finmeccanica en Airbus behoren, is het meest actief in lobbyen voor toenemende grensbewaking. Tussen 2011 en 2015 spendeerde Airbus minimaal 7,5 miljoen euro aan lobbyen, Finmeccanica en Thales elk meer dan 1 miljoen euro, Indra bijna 1,5 miljoen euro en Safran meer dan 2 miljoen euro. Lobbyorganisatie EOS gaf minimaal 1,2 miljoen euro uit, terwijl ASD ongeveer 3,5 miljoen euro besteedde. Veel van hun voorstellen, zoals het opzetten van een Europees grensbewakingsagentschap, zijn uiteindelijk terug te vinden in beleid – zie bijvoorbeeld de transformatie van Frontex naar een Europees Grens- en Kustwachtagentschap (EGKA). Bovendien zorgen de halfjaarlijkse industriedagen van Frontex/EGKA en haar deelname in speciale ‘security ronde tafelgesprekken’ en gespecialiseerde wapen- en securitybeurzen ervoor, dat er regelmatige communicatie en een natuurlijke affiniteit voor samenwerking is ontstaan.
  • De wapen- en beveiligingsindustrie industry zijn erin geslaagd de 316 miljoen euro financiering voor onderzoek op securityvlak binnen te halen, de agenda voor onderzoek te bepalen, en dan vaak te profiteren van daaruit voortvloeiende contracten. Sinds 2002 heeft de EU 56 projecten op het gebied van grensbewaking en -controle gefinancierd.

Dit rapport toont aan hoe de belangen van de Europese politieke leiders, die trachten de grenzen te militariseren, en de belangrijkste Europese wapen- en security-bedrijven, steeds meer gelijk lopen. Het gaat echter niet alleen om samenlopende belangen of profiteren van een crisis, maar ook om de richting die Europa inslaat op dit kritieke moment. Meer dan een halve eeuw geleden waarschuwde de toenmalige Amerikaanse president Eisenhower voor de gevaren van het militair-industriële complex, wier macht “onze vrijheden en het democratisch proces in gevaar zou kunnen brengen”.

Vandaag hebben we te maken met een nog machtiger militair-security-industrieel complex, dat technologieën inzet die zich zowel naar binnen als naar buiten keren. Deze richten zich nu tegen een van de meest kwetsbare, wanhopige groepen mensen ter wereld. We mogen niet toestaand dat het militair-security-industrieel complex hiermee weg komt; dat zou een aanslag zijn op de Europese democratie, en op een Europa gebaseerd op een ideaal van samenwerking en vrede. Zoals Eisenhower het zei: “Op de lange weg van de geschiedenis die nog geschreven wordt, moet deze steeds kleiner wordende wereld van ons voorkomen een samenleving van angst en haat te worden, en, in plaats daarvan, een trotse confederatie van wederzijds vertrouwen en respect zijn.”