Het is de hoogste tijd voor een wietakkoord

We hebben in de polder een sociaal akkoord, een woonakkoord, een energieakkoord. Waarom dan geen nationaal wietakkoord? vraagt Tom Blickman zich af.

Autores

Opinion de

Wikimedia

Vorige week maandag presenteerde de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) haar rapport 'Het failliet van het gedogen: Op weg naar de cannabiswet'. Het enige waar iedereen het wel over eens is, is dat het huidige gedoogbeleid inderdaad failliet is. Maar wat dan?

Het risico dat het rapport in de zo langzamerhand welgevulde archiefkast verdwijnt en dat het sleuteltje wordt weggegooid is levensgroot. Een 'oneindig schaakspel' noemde NRC het.

Ik stel voor dat we het VNG-rapport als aanleiding nemen voor een volgende zet. Als er in Nederland een sociaal akkoord, een woonakkoord, een energieakkoord kan worden afgesloten, waarom dan geen nationaal wietakkoord? Het is een goede gewoonte in ons land om in het geval van bijna onoplosbare kwesties iedereen de polder in te sturen en net zo lang door te praten tot er een akkoord is bereikt. Na veertig jaar gedoogbeleid zijn we daar wel eens aan toe.

Onzinnige oorlog

Zeventig procent van de bevolking wil een gereguleerde, transparante cannabisketen. Als politieke partijen hun kiezers serieus zouden nemen, zou er een overweldigende meerderheid in de Tweede Kamer zijn voor regulering.

Verschillende overheden staan inmiddels lijnrecht tegenover elkaar. Lokale overheden willen reguleren, terwijl het kabinet zijn onzinnige oorlog tegen de hennep ziet stuiten op rechters die horendol worden van het inconsistente beleid. Het Openbaar Ministerie wordt geregeld aan de kant gezet wegens onterechte vervolgingen van eerlijke wiettelers, die alles netjes aan de belasting opgeven, hun elektriciteitsrekening betalen en keurig aan de coffeeshop leveren. De onhoudbare limiet van 500 gram handelsvoorraad is door de rechter ook al in de prullenbak gemikt.

Een consistent Nederlands cannabisbeleid heeft zich nooit kunnen ontwikkelen vanwege de internationale druk om binnen de perken van de VN-drugsverdragen te blijven. Maar inmiddels komen verschillende landen in beweging. Kijk bijvoorbeeld naar de regulering van cannabis in Uruguay en het gedogen door de Amerikaans federale regering van de regulering van cannabis in verschillende staten. Ook de net aangetreden premier van Canada wil de cannabisketen reguleren. Juist nu er op internationaal niveau ruimte ontstaat om het onvolmaakte gedoogbeleid eindelijk te vervolmaken, houdt de regering zijn mond.

Achterhaald

Regulering van recreatief cannabisgebruik mag niet volgens het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties. Maar dat verdrag stamt uit 1961 en we leven inmiddels in 2015. Het is de taak van het politieke bestel om eens in de zoveel jaar wetten te evalueren op maatschappelijke draagkracht en effectiviteit. En soms moet een achterhaalde wet worden overtreden om te veranderen. Ook in de internationale politieke arena geldt dat. De Speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over drugs in april 2016 (UNGASS 2016) zou een mooie gelegenheid zijn om aan te kondigen dat het debat in Nederland vraagt om aanpassingen van de VN-verdragen.

Het rapport van de VNG is een aanzet en geen blauwdruk voor een breed nationaal wietakkoord. Het is de visie van het lokaal bestuur.

Een breed gedragen wietakkoord zal alle belanghebbenden een stem moeten geven, met name de 800.000 regelmatige consumenten en de coffeeshops die te lang in de steek zijn gelaten. Daarbij is het wel van belang dat iedereen zijn stokpaardjes in de stal zet en zijn wantrouwen aan de kant.